Schaak Bibliotheek

Zwolle Zuid Schaakt

de slotronde van de SOS-competitie klasse 1A in het Kulturhus te Epe

Toen Karel mij (Daniel) op donderdag 8 mei, na de interne avond uitnodigde om als toeschouwer de slotronde van de SOS-competitie bij te wonen, was ik nog niet op de hoogte dat dit ook een verkapte uitnodiging was om dan het teamverslag te schrijven. Plichtsgetrouw neem ik deze rol voor deze keer dan maar waar.

Dinsdag 13 mei, de slotronde van de SOS-competitie klasse 1A in het Kulturhus te Epe. Het gemeenschapshuis wat in 1912 gesticht werd, is een schitterende schaaklocatie waar De Zeven Pionnen huizen, weet ook het ZZS! 2. In de slotronde, waar alle 10 de teams, met 8 man sterk samen komen, wordt helaas in het nieuw aangebouwde wijkcentrum gehouden, in plaats van de historische zalen.

ZZS! 1 komt hier samen om te doen wat het aspirant jeugdteam van ZZS een paar weken geleden heeft nagelaten, en dat is winnen van O&O schaakclub uit Kampen. ZZS! 1 heeft zich al gehandhaafd, en geen perspectief meer op promotie. O&O kan echter bij winst nog steeds de 2e positie, en dus promotie bemachtigen. De opstelling voor deze avond:

Jan Bongaerts 1942 Z 1/2-1/2 W 2092 Mohamed Alsari
Emile H= oogterp 1923 W 1/2-1/2 Z 1967 Andre van der Elst
Jeroen Auener 1873 Z 1-0 W 1952 Piet Bolhuis
Rick Wouda 1891 W 0-1 Z 1967 Jarno Visscher
Karel Schoenmaker 1873 Z 1-0 W 1923 David Quilligan
Anthon Kluijfhout 1877 W 1/2-1/2 Z 1856 Berd Ekkelboom
Erik Bakker 1715 Z 0-1 W 1806 Basilios Papoudis
Oscar Bouter 1681 W 0-1 Z 1853 Wout Ekkelboom

1847
1927

Oscar neemt de positie van Bert van Drongelen waar, die helaas verstek moest laten gaan. Dit tot onvrede van nu Oscars tegenstander, Wout Ekkelboom. Hij had namelijk gehoopt tegen Bert te kunnen spelen. Waarschijnlijk wou hij zich wreken omdat hij ooit slachtoffer is geworden van Berts dubieuze gambietjes. Ga maar in de rij staan

Hij lijkt zich immers wel goed voorbereid te zijn om offensief spel te weerleggen. In een opening die ik niet kan duiden, weigert Oscars tegenstander in de eerste 10 zetten zijn stukken voorbij de 6e rij te ontwikkelen. Wanneer dit dan toch gebeurd, wordt dit door Oscar direct snoeihard van het bord geslagen. Oscar ontwikkelde ondertussen stoicijns door, en er ontstaat een evenwichtige positie, met een geopende d-lijn. De partij koerst af op een remise.

Op bord 7 speelt Erik met de zwarte stukken iets Pirc-achtigs tegen de Griekse God (Eriks woorden). Na een rustige opening, besluit Erik dat het genoeg is, en ziet dat de witte stukken van zijn tegenstander onvoldoende gecoordineerd staan, wat een tijdelijk paard-voor-pion-offer verantwoord, waarbij het lichte stuk later kan worden teruggewonnen, met pionwinst. Het adagium van Erik is dan zowel binnen als buiten de muren van de Pol, spelbederf. Dit blijft echter uit, en de psychologische wet van de remmende voorsprong treed ineens in. De witte paarden vinden gunstige velden, en Eriks zwart-veldige loper komt in de verdrukking. Wit focust steeds meer druk op de koningsstelling. Erik denkt deze pressie af te kunnen kopen met een loper offer, maar mist een cruciale zwissenzug van wit. Het plan raakt lek, en= ook een van zwarts torens moet zich opgeven met slechts twee pionnen als compensatie.

Op bord 6 opent Anthon met 1.Pc3 wat, hetgeen hij mij op de heenweg in de auto heeft verteld, een geheim wapen van hem is. Het legt hem geen windeieren, al vroeg wordt de f-lijn half geopend. Met de witte koning kort-gerokeerd, is deze lijn dan van de witte toren. Ook beide lopers en de dame zijn dan op de zwarte koningsstelling gericht. Zijn tegenstander speelt echter in het centrum, b5 wordt opgespeeld. Anthon ziet dan een scherpe tactiek: Pxb5, cxb5, en na e5, wordt zwarts paard op f6 aangevallen door de pion, en wordt ondertussen de baan van de witte loper op f3 naar zwarts toren op a8 geopend. Klassiek gevalletje van bahnreumung voor degenen die stap 4 volgen. Anthons tegenstander neemt een lang moment van nadenken, en vindt uiteindelijk de juiste voortzetting, via een tegenaanval. Anthon heeft dan de keuze de toren te pakken, maar moet de tegenaanval respecteren (in de computeranalyse achteraf geeft Anthon aan dat deze tegenaanval uiteindelijk was doodgebloed). Hij besluit om af te zien van het prospect van een torenwinst, en over te gaan op een gelijkwaardige afruil, waarbij het potentiele voordeel zich consolideert.

Op bord 5 moet Karel het opnemen tegen iets wat op het Italiaans lijkt. Beide partijen kiezen ervoor om de stukken rustig te ontwikkelen. Nadat Karel kort rokeert, en zijn tegenstander lang rokkeert, beginnen beiden op elkaars koningstelling te drukken. Wit heeft d3, e4, en f5 gespeeld, en wint daarmee 4-op-een-rij, maar dat is niet het spel wat ze kwamen spelen. Elders op het bord komt wits wit-veldige loper in de verdrukking, en valt uiteindelijk, waardoor de a-lijn zich half opent, en perspectief biedt voor Karels torens. Karels plan is dan duidelijk, de a- en b-pion moeten de koning het vuur aan de schenen leggen, zonder wit kans op tegenaanval geven.

Op bord 4 komt Rick met een opening op de proppen die bij zijn tegenstander onbekend is (wat ik heb opgevangen in de foyer). Zwart biedt repliek met een Caro-Kann achtige stelling. Enkele logische ontwikkeling-zetten volgen, tot Rick de gelegenheid ruikt om een scherpe-lijn in te duiken. Karel heeft dit op het bord naast Rick telepathisch ook aangevoeld, maar had gekozen voor een andere beslissing. Het plan van Rick kent namelijk een lek. Wat Rick aanvoelde was dat de zwarte stukken overwerkt waren, waardoor de coordinatie over cruciale velden in de zwarte verdediging zou verdwijnen, met het potentieel op een mat-aanval. Paarden kunnen echter ook achterwaarts bewegen, waardoor het plan in duigen valt. Het resultaat is dat Rick een stuk achter komt te staan, en het een bergopwaarts gevecht wordt. Rick geeft de punten echter niet zomaar cadeau, en blijft moeilijkheden creeren voor zijn tegenstander. Zijn tegenstander raakt echter niet van slag, en het materiaal overwicht blijkt te machtig, waardoor de eerste knikkers van de avond verdeeld worden. Als compensatie komt rond dit tijdstip gelukkig wel de blokken kaas, plakken leverworst, en bitterballen de zaal binnen.

Op bord 3 speelt Jeroen iets wat ik niet kan duiden, dus ik houd het bij wat aantekeningen. De dame bevindt zich in de eerste zetten al snel op h5, zwart rokeert daarna lang, wit kiest voor kort, wat theoretisch voor disbalans zorgt. Op zet 14 worden de dames geruild waardoor het gif wat uit de ongebalanceerde stelling verdwijnt. Wit heeft echter wel een witte loper op een vrije h1-a8 diagonaal. Met torens op a1 en c1, (half) open a- en c-lijnen, en zwarts koning lang-gerokeerd, moet Jeroen vrij veel druk weerleggen. Jeroen houdt het hoofd echter gewoon koel, en als de witte loper valt, en Jeroen een geisoleerde g-pion krijgt, daalt de evaluatie terug naar het equilibrium.

Op bord 2 speelt Emile een opening die ik niet ken, maar op zet 5 komt de dame eruit, om vervolgens op zet 8 geruild te worden. Met het zwaarste stuk van het bord gaan beide heren over op gezonde ontwikkeling zetten. De scherpte wordt drastisch opgevoerd als Emiles tegenstander een overwerkte pion op f2 ziet. Lxg3 volgt (Emile heeft al h3 gespeeld), als fxg3 volgt, dan valt de loper op e3. Emile speelt daarom een desperado achtige zet Lxh6, zwart kan echter daarna f2 pakken met schaak, waardoor de eindbalans een extra pion voor zwart is. Met een tochtige koningsstelling en genoeg open lijnen voor de torens zou mij het angstzweet uitbreken, maar onze Houdini laat zich niet van de wijs brengen. Alle dreigingen van zwart worden adequaat weerlegd, en uiteindelijk wordt tot remise besloten, waarmee hij als tweede klaar is. Omdat ik dan uit logistieke overwegingen weer terug naar Zwolle reis, betekent dit dat ik Emile kan belasten met het laatste half uur van de resterende partijen vast te leggen.

Ik zal nog wel even het begin van Jans partij aan bord 1 uiteenzetten. Jan heeft de uitdagende taak om zijn tegenstander met een speelsterkte van bijna 2100, het moeilijk te maken. De partij begint redelijk positioneel. Beide partijen besluiten vooralsnog even niks af te ruilen. Dit biedt de gelegenheid voor beiden om pas op zet 17 te denken aan rokeren. Beiden kiezen voor de lange zijde. Als het volledige arsenaal aan stukken een plek heeft gevonden, slaat de partij om. Doormiddel van een kwaliteitsoffer ontstaan stofwolken op het bord, en wanneer die optrekken heeft Jan het perspectief van een mataanval. Zijn tegenstander vindt echter de beste zetten, waardoor de beslissing op dit moment in de partij nog uitblijft. Als het venijn van de aanval wegsijpelt moet Jan ineens de gevolgen van het kwaliteitsoffer verdedigen. Er resteert een onevenwichtige positie, die voor het lekenoog moeilijk te verdedigen lijkt.

Emile neemt ons nu mee in de slotfases van de resterende partijen

Na een pittige eigen partij, waar zowel mijn sympathieke tegenstander Andre als ik zelf, van het vele rekenwerk redelijk gesloopt waren, toch maar de taak op me genomen het verslag te schrijven (en later ook de notatie van de partij van Jan in vliegende tijdnood).

Als ik even rondloop heeft Anthon remise gespeeld (geen idee hoe) en zie ik dat zowel Oscar als Erik een stuk achter staan tegen 1 of 2 pionnen. Oscar verliest die pion en geeft daarna snel op en Erik vergaat het helaas op dezelfde manier.

Om nog gelijk te spelen, moet de rest gewonnen worden. Karel heeft op bord 5, 2 lopers tegen 2 paarden te hebben. Er zijn tegengestelde rokades, dus Karel kan zich uitleven en offert een pion om aanval te krijgen. De tegenstanders koning staat wat tochtig en met nog 25 seconden op de klok zet Karel hem na een verkeerde torenzet opeens mat op c1.

Jeroen zijn partij jojoot voort. Na een slechtere stelling, weet hij met een vrije randpion tegenkansen te creeren. Zijn tegenstander weet niet de juiste voortzetting te vinden en offert een toren voor de gevaarlijke vrijpion. Via een stelling met 2 torens en 2 pionnen tegen 1 toren en 4 pionnen wordt geruild naar een eindspel met een toren tegen 2 pionnen. Dit is een kolfje naar Jeroens hand en die speelt het eenvoudig uit.

Dan de partij van Jan. Het is eigenlijk de hele partij een ingewikkelde stelling met ongelijke verdeling, maar als ik na mijn partij kijk heeft Jan een dame, T en 5 pionnen tegenover een dame, paard, loper en 4 pionnen. Er vliegen bij beide kanten wat pionnetjes af. Mede hierdoor worden lijnen geopend, waardoor er allerlei kansen ontstaan. Veel rekenen dus, maar de klok tikt door bij beide kanten. De hele zaal is al klaar en alleen Jan en Mohamed zijn nog bezig. Dus veel rumoer en gepraat en toeschouwers. In vliegende tijdnood worden van beide kanten wat fouten gemaakt. Onder andere een tussenschaakje had roet in Jans eten kunnen gooien, maar Jan weet een eindspel te krijgen met een paard, een loper en een pion tegen een toren en een pion. Aangezien Jan moet winnen, probeert hij nog van alles, maar zit er helaas uiteindelijk niet meer in dan een remise.

Eindstand: 3 1/2-4 1/2